23 juni 2019

Is het draagvlak al dik genoeg om op te staan? - Bestuurlijke Sectorbijeenkomst LEO op 13 mei

logo LEO

‘Energietransitie en inpassing zijn vanuit een mast goed voelbaar. Ik heb wekenlang bij veel projecten gekeken, want als wij het niet voelen met elkaar, hoe kunnen we het dan managen?’ Deze vraag stelde Manon van Beek, CEO van TenneT, andere bestuurders tijdens de bestuurlijke sectorbijeenkomst van het Lerend platform Energie & Omgeving (LEO). Ook Nienke Homan, gedeputeerde provincie Groningen, ervaart graag in de praktijk het gevoel van de energietransitie. Vanuit een mast is voor haar de Golden Circle van de energietransitie in eigen leefomgeving direct duidelijk. Manon en Nienke waren de plenaire sprekers tijdens de bestuurlijke sectorbijeenkomst.

Manon kijkt naar de big picture om beter in gesprek te kunnen met stakeholders. Een van de vragen die zij zich stelt is waarom Tennet bestaat. In eerste instantie is dat om te zorgen voor betrouwbare en veilige energievoorziening. Met zijn hoogspanningsinfrastructuur wil TenneT de drijvende kracht zijn om grootschalig duurzame energie te transporteren. Daarmee hebben zij grote impact op de leefomgeving en verbinding daarmee is dus belangrijk. Betrouwbaar zijn als bedrijf is belangrijk, en betrouwbaarheid is een groot begrip en een miljoen kleine dingen. Stakeholdermanagement is onder andere transparant zijn, het delen van informatie die anderen kan helpen en het met elkaar oplossen van dilemma’s omdat dat je alleen niet lukt. Delen en je kwetsbaar opstellen maakt je ook sterk.

Nienke Homan heeft in Groningen te maken met gaswinning en aardbevingen. De aardbevingen maken dat er iets moet gebeuren (de “why” van de Golden Circle). Niet iedereen wil iets doen maar iedereen heeft wel het inzicht om voor zijn eigen leefomgeving te willen zorgen. Iedereen wil fijn wonen, dat is een gevoel, de kern. Je zal er iets aan bij willen dragen. Daarvan maakt zij gebruik in de energiedialoog. Het grootste deel van de mensen weet wat belangrijk is in hun directe omgeving en wil daarvoor zorgen. Je moet dus zo snel mogelijk dicht bij de mensen komen. Je moet niet op het niveau van de bestuurders blijven hangen om te ontdekken hoe je wat moet doen. Met alleen zonnepanelen op daken gaan we het namelijk niet redden.

In een omgevingsmanagementplan wordt uiteindelijk in gesprek met de omgeving gekeken naar plekken voor windmolens en wat daarvoor in ruil kan worden teruggegeven. Een ander (coöperatie of ontwikkelaar) kan op die plek(ken) een windmolen mogelijk maken. Je geeft de regie terug aan de omgeving. De kracht is ontstaan vanuit particulieren en bedrijven die dit willen en door duidelijk te zijn. Je maakt gezamenlijk een stappenplan en doet af en toe een stapje terug.

Geïnspireerd door de presentaties van Manon en Nienke gingen de deelnemers in kleine groepen uiteen om verdieping te zoeken in het onderwerp.

Downloads

Zie ook het beeldverslag van de bijeenkomst.