LEO blogt 12 februari 2020

De polder is dood: leve de polder!

logo LEO

In aanloop naar onze Sectorbijeenkomst op 3 maart over Smarticipatie breekt Peter Schmeitz een lans voor een nieuw poldermodel.

Wat is er toch aan de hand in ons kleine polderland? Boeren, leraren, verpleegkundigen, klimaatactivisten: ze zijn boos! En ze komen niet alleen op voor hun belang. Ze laten ook overduidelijk weten dat ze zich niet gehoord en begrepen voelen. Door de overheid, en de rest van de samenleving. Blijkbaar is de afstand binnen de samenleving gegroeid, ondanks de mogelijkheden van sociale media.



De vele protesten die we zien hebben iets met elkaar gemeen. Natuurlijk: de boosheid en de frustratie, maar er is meer. Ze worden niet meer in gang gezet door de klassieke belangenclubs van de polder, maar hebben een veel losser en spontaner karakter, zonder een strakke centrale agenda.

Waar is de solidariteit?

Frappant is ook dat de boeren, met hun machtige tractoren, lijken te heersen over het land, en kunnen doen wat ze willen, terwijl klimaatactivisten voor minder worden afgevoerd. De veel massalere onderwijs- en zorgstakingen krijgen bovendien minder aandacht dan de boeren. Dat roept het verwijt op van meten met verschillende maten. Het beeld van iedere groep voor zich, zonder een gedeeld maatschappelijk belang. En was dat laatste niet juist de meerwaarde van de polder?

Ondertussen ligt het klassieke middenveld van polderclubs knock-out in de touwen. De overheid is in verwarring over met wie men nog afspraken kan maken: wie spreekt nog namens wie en hoe creëren we dan maatschappelijk draagvlak? Met de hardst roepende en de grootste bek? Het ging toch om solidariteit? Om redelijkheid? We hebben, kortom, een nieuw poldermodel voor het komende decennium nodig. De vraag is #hoedan?


Het landschap van de dialoog

Kim Putters spreekt over de noodzaak van een nieuw sociaal contract, na de verzorgingsstaat en het tijdperk van zelfredzaamheid. Dat contract zou wat mij betreft niet alleen moeten gaan over de inhoud, maar ook over onze manier van samenwerken en besluiten nemen. De kernkwaliteit van ons poldermodel is dialoog. De opgave is om dáár opnieuw invulling aan te geven. De afstand moet kleiner en de legitimiteit en de effectiviteit moeten groter.

Dat betekent bijvoorbeeld: meer directe gesprekken tussen overheid en burgers of professionals in plaats van via allerlei belangenclubs. Meer met de diversiteit en de doorsnee van de samenleving dan met de usual suspects die zichzelf wel melden (de beruchte grijze mannen). Meer met mensen en minder met instituties (want die hebben altijd een eigen survivaldoel). Meer vanuit brede thema’s, waarden en lange termijn dan vanuit incidenten en losse issues.

Dit zijn slechts wat schetsen. Op dit moment werk ik een essay hierover uit. Wil je meer weten of heb je ideeën? Benader mij op www.peterschmeitz.nl of kom luisteren op de LEO Sectorbijeenkomst op 3 maart.