LEO blogt 24 april 2019

Zonneparken als volgend strijdtoneel: rechtvaardigt de impact de mate van burgerparticipatie?

logo LEO

Onder de noemer "LEO Onderzoekerspodium" verschijnt in aanloop naar de Sectorbijeenkomst op 16 mei elke twee weken een gastblog door een onderzoeker op onze website. Deze keer is het woord aan Ruben Peuchen.

Zonneparken als volgend strijdtoneel: rechtvaardigt de impact de mate van burgerparticipatie?

De afgelopen jaren is er veel aandacht geweest voor de weerstand rond windparken. De windenergiesector heeft moeten leren om de samenleving inspraak te geven in het besluitvormingsproces en ontwerp van een windpark project. Zonneparken gaan de komende jaren een substantiële plek in het Nederlandse landschap opeisen. Dat wordt na één blik op de zonopkaart website duidelijk. Tijd voor de zonne-energiesector om de lessen vanuit de windenergiesector over te nemen.

Het eisenpakket

Als gevolg van decentralisatie met de gemeentes als bevoegd gezag zoeken we naar locatie specifieke oplossingen. De vorming van de regionale energie strategieën (RES) en de nieuwe instrumenten uit de Inspiratiegids in de Omgevingswet onderschrijven dit. Voor beleidsmakers en initiatiefnemers is dat een behoorlijke uitdaging. Te meer omdat het bij veel projecten onduidelijk is welke belanghebbende partij zich waarover moet buigen. Onderzoek en praktijk wijzen uit dat een zonneparkproject aan behoorlijk wat eisen moet voldoen. Er dient een locatieafhankelijke benadering gekozen te worden. Het historische kader en de sociale- en ecologische impact vereisen dat er verder gekeken wordt dan het NIMBY-effect. Verder is een juist gekozen en goed getimede boodschap essentieel. Financiële participatie, bijvoorbeeld in de vorm van een lokaal fonds, mag niet ontbreken.

beeld: Rhonald Blommestijn

Tijdsdruk

Sommige gemeenten hebben nog geen beleid om deze eisen vorm te geven. Andere werken hier in afzondering aan, terwijl ze de ontwikkelingen rondom het RES proces afwachten. Toch krijgen ze te maken met de tijdsdruk vanuit de RES waarvan eind 2019 het eerste concept klaar moet liggen. En met een groeiende markt waarbij commerciële projectontwikkelaars kansen zien ontstaat daardoor het risico dat de vaak tijdsintensieve burgerparticipatietrajecten aan kwaliteit inleveren.

Hoe versus waarom

Vanuit nationaal beleid is er vooral aandacht geweest voor de aangenomen motie voor een ruimtelijk afwegingskader. Deze motie richt zich op een nationale zonneladder als reactie op de discussie over kostbare agrarische landbouwgrond. Dergelijke discussies richten zich vooral op hoe ruimtelijke energieprojecten er moeten komen, terwijl burgers zich vooral nog afvragen waarom deze er moeten komen en welke invloed zij hebben. Vanuit een democratisch perspectief is deze waarom vraag legitiem, zeker gezien de impact die grootschalige grondgebonden zonneparken hebben op de omgeving. Het is de combinatie tussen de impact en deze vraag die het rechtvaardigt burgers te erkennen als serieuze belanghebbenden in zonneparken. Zij moeten meebeslissen in deze projecten. In ons onderzoek ‘Burgerparticipatie en draagvlak bij zonneparken’ hebben we gekeken hoe burgerparticipatie vanuit beleid in de praktijk uitgevoerd wordt. Hiervoor hebben we onder andere een energie rechtvaardigheidsraamwerk gebruikt met een focus op informatievoorziening en een verdeling van de kosten en baten voortkomend uit zonneparkprojecten. Dit biedt de nodige handvatten om de belangen van burgers te erkennen en hen als essentiële belanghebbenden een centrale rol in een projectproces te geven.